209.
ger dan men wist ileken van St. Marie te Utrecht
was, 'tgeen niet zonder grond de bewering doet
betwijfelen, dat hij dezelfde is geweest met
rembold of reïNBOLD die nog in 1228 te Utrecht
als domdeken bekend was. En eindelijk maken
we door dit stuk kennis met eenen, tot dus ver
in dikken nevel gehulden, abt te Middelburg
wiens naam nog niet gevonden werd op de be
kende lijsten dier lieeren zelfs niet op die welke
voorkomt in de Annales Prcemonstratenscs door c. i.
hcgo uitgegeven, terwijl slechts zeer enkelen met
mij hem hadden ingevuld als abt G., omtrent wien
we uit echte stukken wisten dat hij tijdens het
bewind van graaf dirk vii aan het hoofd van het
lariaklooster had gestaanen nog al wat had we
ten in te palmen maar niet of hij gualterüs
had geheeten of gervasius of met eenigen ande
ren naam onderscheiden moest worden. Nu ziet
ge allen dat hij goszelmus heette*.
Het meeste licht werpt evenwel deze fundatie
brief op de weinig bekende en dien ten gevolge
7,00 als het gaat, doorgaans niet naar waarheid
geschetste Westmunsterkerk te Middelburg. Niemand
der levenden heeft haar ooit anders gezien dan gij
1. Ik vermoede echter eene schrijffout voor goszelinus.
De lettertrekken zijn trouwens zeer gelijk en goceliküs
GOSEI.INUS GISELINUS GÜZELINUS COSZELINUS JOSSELIIÏ J0-
celin zijn in oudere en nieuwere stukken niet vreemd.—
Intusschen wordt door dit charter