226. komstig waren. Maar diergelijk onderzoek kan door geen mensch alleen geschiedenen elk diend voor het zijne werkzaam te zijnen dus moet er iemand in Schouwe en Duveland gevonden wor den die de oudste met de navolgende veldboe- ken (welke aldaar even als hier in Walcheren zullen exsteren) gelieft te doorlopen en extrac ten er uit maken. En dit geschiedende, twijtïel ik niet of men zal ten uwen vinden wat ik alhier gevonden heb. Als men dan raisonnabel wild handelenkan diergelijk bewijs voor waarheid aangenomen wordenmaar aan dat raisonnable hapert het thansom dat men van zig schuiven wilddat men na billijkheid behoorde te doen. Meer kan ik thans over UwEerw. eerste vraag niet avanceren. Ik ben bij mij zeiven gerust alles wat in mijn vermogen was, gedaan te hebben ten einde aan de Gereformeerde gemeentens in Zeeland, speciaal aan de mijnegeconserveerd te houden wat hunl. wettig uit de goederenoudtijds tot instandhouding van het godsdienstige en de scho len gedestineerd toekomdtmeer kan ik in mijn beperkte kring niet eifectueeren maar moet het aan meerder invloedhebbende overlaten. En ge lukt het dezulke nietzoo zullen de exsterende kerken in kleine gemeentens meer en meer ver vallen omdat de ingezetenen in de zulken tot de reparatie geen vermogen bezitten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 254