227. Wat verder het tweede gedeelte van UwEerw. sehrijven betreft. UwEerws. plan om voor de schooljeugd een korte geschiedenis van Zeeland te vervaardigen, is eene wenschelijke zaak, welke UwEerw. toewensch te zullen volbrengen. Indien UwEerw. mij in staat rekendeom daartoe iets bij te brengen zoo als UwEerw. mij dit verze kerd zoo kan UwEerw. vertrouwendat bij leven en welzijn, altijd gaarne beantwoorden zal, dat van mij gevraagd zal worden te weten zoover mijn acquit medebrengd. Veel heb ik de oor sprong, aanwas enz. aangaande zo van Zeeland als van Staats-Vlaanderenals een van andere opinienverzamelden van tijd tot tijdals het te pas kwam aangewezenmaar nimmer bevong mjj de lust daarvan iets in druk te laten pares- serendus men UwEerw. daaromtrent niet wel onderrigt heeft. Ik hoop dat ik UwEerw. met deze zal overtuigd hebben dat ik UwEerw. aanvragen zeer gaarne beantwoord hebzo noem ik mij met ware en opregte hoogachting Wei-Eerwaarde zeer geleerde Heer! UwEerw. ootmoedige dienaar VEItHEJJE VAN CITTEItS. Popkensburgden 21 October 1818. 15.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 255