247. door ze in goede handen te stellen daar zij anders welligt later verloren gaan1. Dit is ook van belang ten aanzien der Waalsche gemeentenvan welke reeds zoo vele zijn te niet gegaan, liet bijzondere moet vooraf gaan. Dan zal men in staat zijnom de geschiedenis van het llefuge in haren geheelen omvang en gevolgen te kennen en daartoe behoort men ook acht te geven op den toestand der Waalsche gemeenten hier te landevóór de herroeping van het edict van Nantes. Dit heeft dr. gedaanen ook dit verhoogt de waarde van zijne bijdrage. Naar tijdorde doet hij zulks. Het eerste gedeelte loopt van 1572 1685. Het tweede van 1685 1814; terwijl in een slot over de Waalsche gemeenten in Zeeland na 1814 tot op onzen tijd gehandeld wordtwaarbij na vermelding van de opheiiing der toen nog bestaande gemeenten, vooral de le vensvraag voor de e'énig overgeblevene te Middel- 1. Men .behartige wat het koninklijk instituut, het proviuciaal Utrechtsch genootschapde maatschappij Tan letterkunde te Leyden het historisch gezelschap te Utrecht en andere genootschappen te dezen hebben aangedron gen. Men zie op de vruchten die deze archieven- studie en openbaarmaking aireede gedragen hebben in 't geen scheetema groen van pbinsterer de jonge kist BOOijAARDS schot ei. van den BEBG NVHOFP en anderen aan 't licht hebben gebragt. Van den laatsten zie men de aankondiging van groen van prinsterer's handboek in de Bijdragen voor de vaderl. gesch. en oudheden, D. vi St. 1.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 275