261. sen heeft) zullen zich niet onttrekken aan hulpbe toon jegens de armen van de diaconie der Her vormde gemeenteen aan de bevordering harer overige belangen. Wij brengen dit niet bij als of wij wenschelijk achtedendat de gesupprimeerde of niet geconserveerde Waalsche gemeenten her steld werden1maar welom de nog bestaanden te behouden. Wij doen dit niet slechts uit het oogpunt der verkregene regtenmaar ook uit ker kelijk standpunt. Het kan niet anders dan nadee- lig werken wanneer eene gemeentewier leeraar tot dusverre van Staatswege het tractement ontving, gedrongen wordt te kiezen tusschen suppressie of het voorzien uit eigen middelen in hare eere- dienst. Bij het laatste zal men wel niet langer iets voor anderen kunnen of willen doenen bij het eerste zal de winst voor de Ned. gemeente vooreerst zoo groot niet zijn. Velen zullen zich niet aansluitenen vooral in deze dagen moeten 1. Wij vereenigen ons echter met BR. waar hij bi. 114 schrijft: Zou men niet, ook in kleinere steden, weeraan sommige standplaatsen de verpligting kunnen vastmaken om tegen verhoogde jaarwedde op vastgestelde tijden in 'tFransch te prediken? Zou er niet veel gewonnen zijn indien men tot die zamenkomsten menschen zag opkomen die anders in geen kerk gezien worden Men zou ook nog op andere wijze door Waalsche predikanten in die behoefte kunnen voorzien zonder herstel eener eigenlijke gemeente."

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 289