11.
ken, door welke zich de Eede een doorloop baan
de. Maar wij vinden ook de verwisseling der
klank Eo met IJ en Hoi in de oude heerlijkheid
IJdewalle soms ook Edewalle gespeld, op den
westelijken landtong, die nog als hofstede onder
dien naam bekend isdaar achter vinden wij het
dorp en de parochie Ileillo (Hei-elk), waarvan nog
de overblijfsels zijn in een aanzienlijk gehucht
naar hetwelk eene burgerlijke gemeente genoemd
wordt. Men moge nu betwijfelenof die oude kaart
wel in alles naauwkeurig zij het voormalig bestaan
der zeeboezems, juist zoo als ze daarop afgeteekend
staankan niet ontkend wordendaarvan getuigt
de diepe zware klei in de polders benoorden Aar
denburg in welke men op vele plaatsen vruch
teloos naar zand zal delvenwelke kleigrond in
de zuidelijke vooral in de oostereede ook nog ge
vonden wordt, maar die daar, naar male men zui
delijker komt, minder breedte heeft en ook niet
zoo dik boven het zand ligttusschen welke ook
de overblijfsels der landtongen zigtbaar zijn. De
oostelijke vindt men in eene streek mul zand, dat
zich van het, in 1570 gespoelde Haantjes gattot
aan de Elderschanseerst meer dan een kwartier
uurs breeddoch allengs smaller wordendevan
den overigen bodem onderscheidtdat niet door
geleerden gezocht moet wordenmaar iedereen
in het oog valt; oost van St. Kruis in het Hoog-