16. is echter bewezen dat deze oude kaart een onecht stuk is." Mij is dat zoo zeker niet. Op de copie door smallegange is echterzoo als op vele afteekeningendie mij onder de oogen kwa men, de naam niet vermeld; op die welke in de Walchersehe Arcadia voorkomt, en op enkele andere copiënheb ik het eilandje benaamd ge vonden. Men oordeele nu of het waarschijnelijk zij dat men tot bepaling eener grens Caesant een destijds zeer bekend en vermaard eiland (men zie slechts Güicciardin) zoude schrijven en Coe- sant, een klein onbeduidend eilandje of schorre meeneneen schorre dat maar op enkele kaarten met name wordt aangeduiden dat slechts bij een enkelen schrijver voorkomt, als hij van ver dwenen plaatsen gewaagt. Voor dat ikals correspondent van het Woor denboek aan den heer VAJt der aa het artikel Koesant inzond het was op de C vergeten raadpleegde ik den ruim 80jarigen in de oude gesteldheid des lands zeer kundigen lieer mattheus HENNEQUiiv. Zijn gevoelen kwam hierop nederen ik heb het aangenomen.dat het een onbedijkt schorre geweest is, op hetwelk men des zomers koeijen liet grazendieals het water soms te hoog kwam, op vliedbergjes veiligheid vonden, liet was zoo weinig beduidenddat men niet weet op te geven, wanneer het weg gespoeld is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 42