51.
ins Cortgenein liet voor mij liggend exemplaar bl
ade 6221» en 623a aldus luidt
net Na dat dese verdronkken Stad en Landen we
de derom tot hooge schorren hadden beginnen aen
in, te wassen, beeft Sijne Hoogheitde tegenwoordi-
;n? ge Prins van Oraenjen voornoemtde selvige gun-
vit- stig vereert en geschonkken aan Sijne Excellentie
ier- Willem van Nassau lieer van Odyck etc,Eerste
der Edele in het Grafschap van Zeelanden derhal-
■rd. ven Ordinaris Gedeputeerde ter Vergadering van
en hare Hoog Mog. de lleeren Staten Generael in
dat 's Gravenhage,"
iaat De Vader van dese Sijne Excellentie was de
an voortrelfelijken Heer van Beverwaertgeteelt van
ras- den Doorluchtigsten en noit hoog genoeg geroein-
;ene den Prins Maurits van Oraenjen en van Nassau
die onsen Staet tot eenen bloeienden en gants
len ontsacchelijken stant heeft gebragt. Deze Prins
1 te' Maurits had heimelijk gelrouwt Vrouw Wilhelmina
ade! van Meclielen dochter van Cornelis (Soon van Flo-
va' ris van Meclielen en van Johanna van Liere) en
van Barbera van Nassau, dochter van Paulus en
jldei van Margriete van Liere."
schaf Haer hoog Edel Geslacht heeft sijnen oirspronk
niets uit de van Outs doorluchtige Ueeren van Bert-
3ten hout, Heeren van de Stad en den Lande van Me
ïnstif cheleuGrimbergen, Assche enz., die dikwils
i m met Vorstelijk Bloed zijn vermaegschapt geweest.
erpe-
0. 4.