64. Den Arbeid van Mars of nieuwe Vestingbouw, de door Al lain Mancsson Mallet, met platen III Dn, vat Amst. 1672. gr, 8°. eei Doch zijn voornaamste werk blijft dan wel dt on Cronijk van Zeeland. Het is zoo hij heeft ruim- schoots gebruik gemaakt van den arbeid zijnet dei voorgangers. Een goed deel van de vijftien eer eig ste hoofdstukken van reijgeiisbergii is in zijne hij kronijk ingelascht. Uit boxhorn heeft hij nage. boi noeg al het onschatbarewat deze bij die vijf uit tien hoofdstukken had medegedeeld 1nagedrukt j sch Reeds de eerste 60 bladzijden van de Kronijk zijn Br eene woordelijke vertaling van het eerste boei hei van het Chronicon Zeelandiaevan den geleerden not jac. EViVDius3. Veel goeds heeft hij vertaald en nee overgenomen uit het uitmuntende werk van vjie dee mus (IIis tor ia Comilum Flandriaebijv. de geheele beschrijving en de platen der te Domburg in te 1 1647 gevondene steenen en munten.4 Meer dan büe een afzonderlijk gedrukt geschrift heeft hij woor ,let 1. Dat is bl. 59471 van de Kronijk van Boxhorv. j (2. En dat niet altijd met oordeel: Bladz. 414 is zelfs letterlijk afgedrukt hetgeen boxhorv D. I. bladz. 133 heeft2' in het tweede deel van dit werk op het GOste blad in 1 te lezen." V. 0.) mij 3. bïsdii Chron. Zei p. 1—131. 4. Zie smailegahoe bl. 8387 vergel. met vredics op, tand. Addit. pag. xliv—ixv.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 90