del ijk doeu afdrukken bijv. de geheele Keure
van Zeeland van 1495, met alle de bijvoegselen1 en
eene raadgeving of instructie voor de schippers
omtrent het bevaren der Zeeuwsche stroomen2.
Doch hoeveel blijft er niet over, 't welk hij
deels uit nog onuitgegevene geschriften deels als
eigen werk er heeft bijgevoegd. Zoo ontleende
hij bijv. het belangrijke Vilde hoofdstuk des Vden
boeks over de Domeinen en Leenen van Zeeland
uit de (nog heden ongedrukte) Staatkundige Be
schrijving van Zeeland van a yi hony de jonge van
Bruinisseen uit andere llss. van mr. riETEit van
der hooge en van den raadsheer OEM3. Hij
noemt deze schrijvers daar ter plaatse op. Dit
neemt niet weg dat hij ook nog wel andere ge
deelten van het werk van de jonge van Bruinisse
tot de zijnen heeft gemaakt, zonder zijnen auteur
te noemen, bijv. het 20ste hoofdstuk van het lilde
boek van de GodsdienstKerkelijke zaken enz. 4,
het 3de van het lilde boek Wat een Graaf zij
1. BI. 335370 der Kronijk.
2. BI. 126155 der Kronijk. Mij kwam een oude druk
in 4° onder het oog; van het aldaar gedrukte. De titel is
mij ontgaan.
3. Zie de Kronijk bl. 641 652 en 657.
4. Kronijk bl. 378386.