06.
sijn ambt en waardigheid*en al wat men van bl,
469 476 over de Munt vindt. Daar echter deze
schriften nog heden ten dage onuitgegeven zijn,
verhoogen deze invoegselen de waarde der Kronljk
Bovendien heeft hij zelf zeer veel opgeteekend
en voor de vergetelheid bewaard, wat ons zonder
zijnen arbeid onbekend zoude gebleven zijn. Hj
vervolgt elk geschiedkundig berigt tot op zjjnen
tijd toeis eene rijke bron voor de kennis der
meeste en oudste Zeeuwsche geslachtenen heefl
vooral ten aanzien van de beschrijvingen der groote
en kleine steden, heerlijkheden, dorpen, kastee
len en lusthoven uitvoerige berigtendie door
eenen schat van kaartenplans en platen opgehel
derd, ons het derde der Vereenigde Gewesten als
in eenen spiegel vertoonenzoo als het op hel
einde der 17de eeuw, op het toppunt van zijnen
bloeirijkdom en magt geweest is.
Deze afbeeldingenten getale van ruim 80
waartoe hij met zoo veel volharding zijne niel
ruime middelen tot uitputting toe heeft te koste
gelegdmaken voortdurend het werk van onzen
smallegange voor eiken Zeeuwvoor hem zelfs
wiens bezigheden of studiën hem niet in aanra
king met de verloopen glansrijke dagen behoeven
te brengen, tot een volksboek, hetwelk hij mei
1. Kronijk bl. 213—217.