89 'Maar ingeval dit al eens geen plaats kan hebben moet de schout, secretarisdijkgraaf enz. dan deze gelden in zijnen zak steken ganscli nietzij moe ten dezelven aan den rentmeester-generaal verant woorden gelijk te voren met de pachtpenningen plaats vond maar eigen voordeel is al veeltijds de drijfveer der daden. In Poortvliet echter is deze aanstelling van ge zworenen, door de Heeren Staten van Zeelandvoor de verkooping van het ambacht in 1704gelaten aan de gelanden aldaar, bij resolutie 24 septemb. 1703 fo. 401 (verge), de gedrukte koopconditien bij erme- rins, hl. 151;) zoodat de ambachtsheer aldaar verder daarop geen aanspraak heeft b. regt van maalderij. Onder de Grafelijke re gering en vervolgens had niemand regt om hard koren te breken, dan aan wien dit geoorloofd werd, hetgeen aan de indijkersom zulks ten hunnen voor- deele alleen te mogen laten doenovergegeven is c. alle verdere voordeelen van bastaard-onbeheerde en andere goederen, visscherijen buitendijks, zeevonden en zoo vele andere, als de Graaf, geëvenredigd aan het gevaar en de kosten van indijking, goed vond te vergunnen. .3. Alsmede de inkomsten welke, uit den onver- kochten baatgevenden eigendom der gronden voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 101