90
zoover dezelve nog aan liet ambacht behooren
voortvloeijen als daar zijn
a. de cijnsende vroonen enz. in erfpacht uitge
geven welkeof met geldgevogelteof zooge
naamde diensten van wagen en paarden betaald
werden.
In de koopconditie van Poortvliet Staten Notul.
1704, fo. 161 X.) wordt van de erfpacht van Guweel
melding gemaakt;
b. Jagt.vogelarijmet de bijenvlugtzwanen en
visscherij. In Zeeland is de jagt en vogelarij nim
mer onder den baatgevenden eigendom der landen ge
rekend en overgegeven. En de watergangen, wee-
len enz. werden aan de gelanden nooit toegemeten;
dus zijn de opgenoemde voorregten aan de grond
eigenaren verbleven.
Deze voorregten, voor zoover Malland betrof,
van het ambacht van Poortvliet vervreemd zijnde,
zijn daarbij wederom gebragt geworden. (Zie erme-
kins, bl. 152, 53.) Dan mijns inziens zijn dit geen
allodialemaar wel zekerlijk feudale gedeelten van
het geheelwaaromtrent ik mij niet verder kan
uitlaten
c. de dijken en wegenvoor zoover dezelve van
de ambachten niet verkocht zijn. Aan Poortvliet
schijnt alleen overgebleven te zijn de etting der dij-