92
den, de arve er alsdan afgespoeld was, waardoor
de eigendom der vorige gelanden geheel was te niet
o-eraakt, en dat er een nieuwe vruchtbare korst over
den bodem moest heenkomenop welke de vorige
eigenaars geen regt van aanspraak hadden. Dit
regt uit de oudheid af te leiden, en de overeenko
mende uitspraken van de beide hoven van justitie
en van burggraaf en leenmannen van Zeelandmits
gaders de constante practijk aan te toonen zou mij
te ver doen uitweiden, dus zal ik alleen maar met
twee gevallen aantoonen, dat de naburige oude am
bachten aan Poortvliet gelegen van dit regt in eene
vreedzame en erkende bezitting zijnwaaruit voort
vloeit dat hetzelve aan den ambachtsheer van Poort
vliet mede niet kan betwist worden.
1. In het jaar 1671 verzochten de ingelanden
van den geïnundeerden polder van Scherpenisse en
Westkerke, aan de Staten van Zeeland, tot herstel
van hunne dijkagie, 3000 p. vl., af te lossen in de
14 volgende jaren, waarop wezende gedelibereerd"
(dit zijn de woorden van de Staats-resolutie) is
goedgevonden en verstaan't verzoek te stellen
in handen van ambachtsheeren van Scherpe-
nisse en Westkerke, om, in cas de voors. polder
binnen een jaar en zes weken niet wederom werd
bedijktmaar met zee gemeen bleveof bedijkt