9-3 ,j wordendewederom kwame in te brekenliet- geen G-od verhoede en binnen een jaar en zes weken niet wederom mogt worden beverscht en dienvolgende de grond wederom aan de am- bachtsheeren kwame te vervallenof in zoo- danig onverhoopt geval de ambachtslieeren niet zooverre van haar voornoemd regt en zouden geresolveerd zijn te wijken, dat de penningen, die wijders aan den voorn, polder zouden wor- den verstrektaltoos op dezelve't zij drij- vende ofte bedijkt zijnde, zouden blijven gehypo- thekeerden daarvoor zoowel in het een als in 'tander geval wezen verbonden, en executabel, zoowel voor de verloopen interest als kapitaal." Staten Notul., anno 1671, fo. 234.) 2°. Een ander geval van gelijke natuur vindt men ten opzigte van den polder van Deurloo ge legen onder de heerlijkheid van Tholenwelke heer lijkheid gelijk men weet datna het uitsterven van het huis van Bloisniet andermaal uitgegevenmaar aan de grafelijkheid gebleven is. De Deurloo dan in 1681 drijvende geraakt, dat is doorgebro ken zijndeen door zekere oneenigheden tusschen gelanden niet zijnde bedijkt geworden, vonden de Staten den 18 Febr. 1684 goed en verstonden dat de gelanden van Deurloo H. E. Mog. zullen be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 105