123 onze vloot onder heemskerk en toen deze gesneu veld was onder den Zeeuwschen vice-admiraal al teras voor Gibraltar behaald haakte Spanje meer dan ooit naar den vrede. Frankrijks koning achtte het niet beneden zich als bemiddelaar op te treden tusschen ons diep vernederd volk en zijnen trotschen overheerscher. De welsprekende jeannin verschijnt met Engelands afgezant te 's Gravenhage en wendt al zijne gaven aan om dien vrede te bewerken biedt zelfs voorwaarden aan, waarbij hij de tweele dige verklaring voegtdat het van de ééne zijde zeer bedenkelijk is of Spanje in dezelve bewilligen zal maar dat het juist daarom ook van den anderen kant groot misnoegen aan Frankrijk en Engeland geven zouindien de Staten hiermede nog niet te vreden waren. Inderdaad men was onzerzijds toen niet sterk op vrede of bestand gezet, althans be geerde men dit niet zonder als een wettig eigendom te verkrijgen, hetgeen Spanje zoo noode wilde al- staan terwijl Neerland het met de daad reeds meende te bezitten vrijheid in Burgerstaat en Godsdienst met de voordeelen eener onbelemmerde Zeevaart. - Prins maürits inzonderheid verklaarde er zich te gen toen het bleek dat Spanje die vrijheid niet rond en stellig wilde erkennen. Hij beroept zich op de tegenwoordige magteloosheid van den vijand

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 139