134 was. Gewigtig is het besluit van 19 maart 1644, waarbij aan Zeelands gezanten naar 's Hage werd in last gegeven vooreerstom alle mogelyke de- voiren aan te wenden dat de twee voornaamste punten, rakende 's lands vryheid ende godsdienst, als zynde pylaren en steunsels van den Staat, by solemneele Resolutie werden vastgesteld. Enten andereby aldien eenige provincie hierin difficul- teit mogte maken, zulks dat daarop geene eenpa- rige resolutie wierd genomende bezending naar Munster niet te aanvaarden." Zoo stond het heil van den staat bij Zeeland op den voorgrond, en, in den geest der Unie, was het hun te doen om door eendragt magt te maken. In denzelfden geest is dan ook gesteld het slot van hun eerste protest, den 12 april 1648, tegen de conclusie van Holland, om het vredes-traktaat te ratificeeren, ingediend. Zij voegen aan hunne klagtendie ik ter bekorting voorbij gadeze merkwaardige verzekering toe dat zij geenszins het vredes-traktaat willen eludee- ren, noch den voortgang er van, maar dat hun eenig oogmerk is te wakendat verkregen worde al hetgeen ten dienste van den lande noodig isen dat nevens de eenheid onder de provinciën ook de vriendschap en goede verstandhouding metFrank- rijkals geallieerde Staatmogt behouden worden."

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 150