139
Algemeene Staten terug. De vreesdie men hier
gekoesterd had, dat eenige provinciën, en inzonder
heid Holland, niet gereed mogten zijn om de acte,
bij de Staten van Zeeland ontworpen, mede te on
derteekenen was verwezenlijkt. Niettemin waren
en bleven dezerzijds al de leden van gevoelen, dat
de ware Gereformeerde religie als een palladium
van dezen Staat, en waarvan alle tijdelijke en
geestelijke zegeningen te verwachten zijnmet
alle mogelijke middelen gemaintineerd moest wor-
den." Intusschen werden ter andere zijde ook
verscheidene redenen van staat aangevoerd, waar
om de bezending naar Munster, zonder merkelijke
ondienst van den lande en zelfs van de ware Gere
formeerde religieniet langer kon vertraagd worden.
Dientengevolge werd een tweeledig besluit genomen.
Volgens het ééne gedeelte zou aan de vergadering
der Algemeene Staten schriftelijk worden verklaard
dat Zeelands Staten in derzelver geheel en ieder
lid afzonderlijk zich onderling plegtig en heilig
verbonden haddenom de ware religie met
alle mogelijke middelen te maintineren. Docli
ten andere werd ook besloten om indien dit niet
terstond kon verkregen worden, de bezending
naar Munster ook van wege deze provincie te
laten waarnemen, opdat Zeelands afgevaardigden
