140 niet buiten de gelegenheid mogten zijn, om ook daar aan het handhaven der religie de hand te leenen." Hunne volharding had dus niets van die halstarrigheid waardoor het beoogde doel wel eens verijdeld wordt. Het was juist om hetzel ve te kunnen bereiken, dat zij zich vergenoegen wilden met het mogelijke te doen. Het spiritueel over de Meijerij van 's Hertogenbosch is mede genoemd. Het naauw verband daarvan tot de zaak der religie" noopt mij, er niet geheel van te zwijgen. Ter Generaliteit was men van oordeeldat de superioriteit over de Meijerij van den Bosch tegen over den vijand moest gehandhaafd worden, doch met eenig temperamentbeide in het temporeele en kerkelijke. Doch op den 17 september 1646 namen Zeelands Staten het besluitdat het volle en ab- solute gezag en superioriteit zoowel in het eccle- siastic als temporeel aan dezen Staat moest wor- den gelatenzonder eenigenhande temperament of voorslag van accommodatie te admitteeren." Men had van Spanjes zijde dit geheele punt zoeken te ontduikendoor het voorgevendat van den Paus en niet van den Koning het spiritueel afhan kelijk was. Doch van wege Zeeland werd geant woorddat het eene zaak van bekendheid was,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 156