142 was eene welbegrepene staatkundedat men zich sterkte door de vereeniging met een magtigen bond genoot. Maar dezelfde staatkunde gebood tevens om te zorgen dat in zulk een bondgenootschap de eigene zelfstandigheid niet werd opgelost. Het was toch ook aan Frankrijks zijde staatkundegeene edelmoedigheiddat het zulk een verbond met onze gewesten sloot. Frankrijk had er belang bij dat Spanje verzwakt en vernederd werd. En daar het niet slechts gelijk wijden vrede maar ook uit breiding van grondgebied of magt begeerde, kon het eenen kleinen Staatals de onzewel eens in een' heilloozen oorlog wikkelen. Daarenboven was Frank rijk, even weinig als vroeger Engeland, vreemd van het denkbeeld om onze gewesten in eenen toestand van afhankelijkheid te plaatsen en, tot bevordering van eigene grootheid, invloed op deszelfs bestuur uit te oefenen: terwijl het bekwame staatsmannen had om zulke ontwerpen door te zetten. Men moest derhalve als tusschen twee klippen doorzeilen. Van de ééne zijde onafhankelijkheid en zelfstandigheid bewarenaan den anderen kantden magtigen en hooggevoeligen bondgenoot zooveel mogelijk genoe gen geven en zorgen dat hij geen voorwendsel vond, om door oorlog en geweld der wapenen te verkrij gen, wat langs den weg der staatkunde onbereik-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 158