147 den 30 mei 1648 besloten, en waarin ten aanzien van Frankrijk het navolgende voorkomt: dat het altijd hunne meening is geweest, geen traktaat van vrede met Spanje aan te gaan afzonderlijk van Frankrijkalthans niet voor en aleer ten volle gebleken was, dat de kroon van Frankrijk was tergiverserende om hun traktaat met Spanje me- de ten einde te brengen; weshalve zij de an- dere provinciën alsnog serieuselijk zouden verzoe- ken en aanmanen om op het doen van contente- ment aan Frankrijk naar behooren te letten. Yerklarende tevens de Staten van Zeelandbij de traktaten met de voorschrevene kroon opgerigt te willen blijven en met en nevens de andere le- den van de Unie de Ligue Guarante haar ef- fect te laten sorteren." Indien nu deze bijgebragte proeven van meer ge moedelijkheid dan van krachtige houding tegenover Frankrijk getuigdenzouden zij toch bewijzenhet geen wij op den voorgrond gesteld hebben, dat Zee land niet uit oorlogszucht of naauwelijks te ver- schoonen eigenbelang zich tegen het sluiten van den Munsterschen vrede heeft verzetterwijl deze ge moedelijkheid niet weinig in onze schatting rijst wanneer wij Zeeland eindelijk, tot bewaring van on derlinge eensgezindheid, zien toegeven. Maar heeft

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 163