4 mineren, en u wederom met een kort verslag van mijne bevinding, te gelijk met mijne dankbetuiging te doen toekomen. Aan dit een en ander zal ik thans trachten te voldoen. Ik begin met U mijne hartelijke verpligting te betuigen voor deszelfs goedheid en vertrouwen aan mij betoond. U is tot nu toe de eenige ambachts heer die aan mijn sedert zes maanden betoond ver langen vertrouwelijk voldaan heeft, hoewel de heer d. C. te S.ook 't zijne zoo veel doenlijk daartoe gecontribueerd heeft en mijne vrees isdat het geconsidereerd de reeds verloopen tijd, daarbij blij ven zal, zoodat ik nimmer tot dat oogmerk zal naain mag de briefswijze opgestelde memorie wel dragen) te gevenzoo als zij daar ligt. Zou de scherpzinnige schrij ver thans misschien het een en ander niet aldus hebben geschrevendit leverdedacht mij geenen grond tot wille keurige verandering of tot het geheel achterhouden. Het bezwaar der meerdere kostbaarheid van uitgave door de beide er bij behoorende kaartjeswas door de onbekrompen heuschheid mijner uitgevers even spoedig weggenomen als het geopperd was. Indien de plaatsing aanleiding geeft en eenigzins den weg wijstom de trapswijze vorming van andere gedeelten der provincie ook aan de hand van bkes- set.huis: Oud-Zeeland (N. Werk. van het Z. Gen. I. 1.) na te gaan zal de arbeid van wijlen den geleerden oudheid kundige ook nog een practisch nut hebben. Moge mij de gelegenheid gegeven worden, om ook nog meer uit zijne letterkundige nalatenschap aan het licht te brengenV. O.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 16