158 Heeft Zeeland, uit hartstogtelijke zucht naar oor log en uit fierheid op behaalde triumfende zege ningen des vredes versmaad? Een geheel andere geest spreekt in het genoemde advijs, waarin men zegt: „van oordeel te zijn, dat een algemeene vrede over de geheele Christenheidzoo het in 't ver- mogen van menschen is in alle manieren dient te worden gevorderd; dat de oorlog alleen tot een middel moet strekken om tot den vrede te gerakenen dat niets aangenamer bedacht kan worden dan eene mutueelezuivere en opregte vriendschap onder zoodanigendie naar éénen naam genoemd worden en aan wie de vrede bij testament zoo ernstiglijk is aanbevolente meer aangezien de uitkomsten des oorlogs zoo onzeker zijn datzoo die door eenige tusschen- komende stilte niet werden gematigddes rnen- schen leven ten eenenmale aan de natuur ontwend zou worden. Met geen ander doel hadden zij eenmaal de wapenen aangenomendan om te ge- raken tot een vreedzaam en vrij gebruik var< conscientienrogten en geregtigheden." Zoo verre was het dus van henom den vrede te versmaden dat zij integendeel uit liooge waardering van den- zelven alleen berusten konden in eenen vrede, die, volgens hunne eigene betuiging, goddelijk, zuiver

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 174