161
zich zou moeten ontwapenenwanneer de vijand
zich van zijne soldatique ontdeed. Hoe beden-
kelijk was dit niet, daar Spanje op buitenlandsch
grondgebied gewapend zou kunnen blijven of
troepen leenen van den Duitschen Keizer."
Nog een ander euvel vreesde men, dat de zorge
loosheid onder den vrede te weeg zou brengen,
dit namelijkdat het gemeene volkafgekeerd van
den oorlog en zonder apprelensie of vreeze van
kwaad, kwalijk zou kunnen verstaan tot conti-
nuatie der willige contributiedie echter voor de
financien dezer landen in vele jaren niet zoude
kunnen gemist worden zoo wegens de achterstal-
len als om het onzekere der nakoming van het
vredes-traktaat."
Niet minder bekommerde men zich over de over-
zeesche bezittingen. Deze een voorwerp van jalou-
sie en van alle kanten met de sterkten van een'
gesimuleerden vriend of onverzoenlijken vijand
bezet zijndezoudenbij gebrek van militie en
goede zorgeligtelijkonder een of ander pretext,
overvallen kunnen worden."
Eindelijk spreekt het meergemelde advijs nog
met nadruk over de zaak der godsdienst. De wa-
re Christelijke Gereformeerde Religie, die zoo
wonderbaarlijk van God almagtig hier te lande
II, 11.