180 nieuwe hulde afdwong aan de van borsselens ter eeneren de van haamstedes met hunne aanverwan ten ter anderer zijdebood margareta aan haren zoon Willem de meer beperkte heerschappij over Zee land aan en werd ook deze den 12 februarij 1351 op Walcheren door hem aanvaard. In deze stukken wordt de Abt niet genoemdmaar in het laatste wordt eens en andermaal gezegddat alle gelden die aan margareta moesten worden uitbetaald behoorden gestort te worden: in de poort van Mid- delburch in den Cloeslere waar harerzijds weder- keerig zouden worden overgegeven haren openen brieve van quytancie." -- Wij zien er uit, dat de Abt, dien margareta omtrent dezen zelfden tijd (27 maart 1351), in een ander stuk met nadruk noemt haren getrouvjen Kapellaan, destijds ten min ste in het finantiele, nog altijd haar vertrouwen be zat en in zeker opzigt een harer rentmeesters was. Willem naar het schijnt met Zeeland alleen niet te vreden, begon, op raad zijner vrienden, ook weer te handelen als Graaf van Holland en ont hief sommige steden van den eeddien zij op nieuw aan zijne moeder hadden gedaan. Dit wekte bij deze verbittering en toorn. Zij verzocht hulp van haren behuwdzoon, den Koning van Engeland; en haar zoon lodewijk de Romein deed hetzelfde in

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 196