214 en hetwelk in dit Zeeuwsch Jaarboekje wel de ge schiktste plaats zal innemen, ook omdat vooral de Zeeuwsche oudheid-vrienden het verlies van zoo veel onschatbaars zullen betreuren zij die de eenig- zins grievende vraag niet geheel zullen kunnen ont wijken of die vernielde Domburgsche monumenten door hun toedoen niet nog beter verzorgd, nog beter tegen schade bewaard hadden kunnen worden? Doch ter zake Onder de oude gedenkstukkenop het strand van Domburg gevondendie door den brand der kerk niet verwoest zijn, omdat zij elders bewaard werden, behooren, gelijk men weet, twee steenen votief-ou- taren aan nehalennia gewijd, en een bronzen Ge nius, in het Leydsche museum van oudheden1. Het is dit laatstgenoemde beeldje waartoe onze mede- deeling betrekking heeft. Het is 17 duimen hoog en op zijner grootte in omtrek uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap pi. XIX no. VI a bder aan gevoerde afbeeldingen. Volgens eene aanteekening van p. de la rue op zijn exemplaar van gargon's Walch. Arkadia werd het in 1732 op het strand bij 1. Afgebeeld op Tl. XV, 27, XVH, 34, XIX fig. VI der platen behoorende bij de N. Werken van het Zeeuwsch Genootschap D. II St. 1 en 2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 230