217 na eene archeologische ondervinding van verschei den jaren mede te sprekenheb mij met overtuiging aan die beoordeeling aangesloten en gaf daarom in mijne beschrijving der heelden enz. van Zeeland twee hoofdredenen op waarom het mij voorkwam on echt te zijn.1 Verrassendmaar belangrijk was het mij uit dien hoofde dezer dagen eene tegenovergestelde meening daarover te vernemenuit den mond van een' der uit- muntendste kenners van antieken, waarop Duitsch- land thans roem draagt. De Berlijnsche archeoloog prof. gerhakd, die gedurende meer dan 25 jaren zijne hoofdstudie maakte van de klassieke monu menten der oudheid en wiens kritische blik door het bestuderen van de voornaamste verzamelingen in Europavooral in Italiëgeoefend mag heeten bëzigtigde in ons museum ook dit beeldje, nevens andere als onecht ter zijde gelegde, en verklaarde, zonder kennis te dragen van deszelfs afkomst of van het belang hetwelk men in de echtheid stel len mogt, dat hij het voor echt hieldten ware men bewijzen kondat het naar een echt en oud exemplaar nagemaakt was. Hij zeidemeer Romeinsche Gre- niussen van dien stijl gezien te hebbenen het koper groen (patina) op welks verdachte kleur ik hem 1. N. Werken van het Z. Genootschap2. D. 2. St. bl. 95.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 233