237 Het eerste, dat mij te dezen aanzien voorkwam is van den jare 1623. Destijds stond de magistraat van St. Maartensdijkin welken toen geene leden van het St. Jacobs gilde zich bevonden,1 naar de op heffing der confrérieten einde in het bezit gesteld heden een gelijk getal leden van deze en van de Protestasit- sche godsdienstbelijdenis telt. De inrigting en werkkring dezer en andere confrèrien hebben in den loop der tijden, vooral ten gevolge van de hervormingeene groote veran dering ondergaan, en er is geene reden, om te denken, dat de Maartensdijksche zich daarin van hare zusters onder scheidde. Daarom zon ik ook niet met mijn' vriend was durven hesluiten tot hare vestiging in den tijd van en met het doel tot bestrijding van de Kerkhervorming. Die strijd was hij de Broederschappen eerst iets bijkomendsen werd later een strijd om het leven, dat door de verdenking van heulen met het Katholicismus bedreigd werd. V. O). Het kan wel zijndat het St. Jacobs gilde te St. Maartens dijk oorspronkelijk eene Broederschap was, gelijk aan eene der genoemde, en dan zou dezelve zeker niet eenig in hare soort mogen genoemd worden maar hierin was zij toch ze kerlijk eenigdat zij zooveel mogelijk de hervorming poog de afbreuk te doen; althans, er is mij geen tweede voor beeld van eene dergelijke Broederschap voorgekomen. 1. In 1G23 behoorden tot den Magistraat van St. Maar tensdijk de drossaard mr. cornelis liens piiilip liens rentmeester; pieter cobwenburg schout; bouwen claes- ben en maeinus cabortsen burgemeesters cornelis Tho massen ADRIAAN MICniELSEN PIETER JANSSEN JAQUES yemantsen, JASPER ADBiAANSENschepenen; en mr. jan picgen secretaris. (Zie Register van resol. enz.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 255