239 Men zietdat de magistraat onder de gronden voor zijn verzoek ook noemtde stichting of be vordering van de Pauselijke religie door het gilde van St. Jacob; en dit pleit zeer voor het bovenge zegde. Men zegge niet: alle gilden hadden, vóór de hervorming, min of meer dergelijk doel, en werden opgerigt, ter eeren Gods, Marien synder lieve gebenedyde moeder en de heylige martelaers en confessoersterwijl ze de dagen hunner Be schermheiligen plegtiglijk vierden en bijdroegen ter onderhouding van derzelver altaren; en derhalve zal die stichting der Pauselijke religie slechts tot voor wendsel hebben gediend aan den migistraat, om des te eer de goederen van het St. Jacobs gilde voor de stad te bekomenmen zegge nietdit St. Maartensdijk ook eene vikarie van St. Jacobwaaraan behoorden 13 gemeten 127 roeden lands; (zie Register van verpachtingen van Z. M. tienden en landen van St. Maartens dijk van 1710.) Had gemelde Heilige misschien ook een al taar in de Parochiekerk van ovengenoemde plaatsaan het welk deze vikarie was vastgemaakten stond welligt een en ander in verband met het gilde van St. Jacob? ik vermoed het. De goederen dezer vikarie waren met de andere vi- karien en kapellerien van St. Maartensdijk reeds vroegerbij de godsdienstveranderinggekomen onder de goederen van den heer van St. Maartensdijkdie daarentegen wederom zorgde voor de bezoldiging der kerkelijke beambten van de Hervormden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 257