245
en syne droefheid daerover, dat hy t St. Jacops
gilde heeft helpen staende houden." Op den 11 dec.
1650 werd besloten: alsoo jan smalheer tot syn
huis, zoo men zegt, heeft gehouden het St. Ja-
cops gilde, zal hy daerover aengesproken en be-
straft worden en indien hy geen belofte doet
van dat hy hem sal afsonderen van het Jacops
gildedat hy ten Avondmael niet sal mogen gaen
en indien hy het gilde heeft gehad in syn huis,
sal hy voor den kerkeraed verschynen en schuld
bekennen." Sedert deze laatste aanteekening vind
ik niet meer, dat de broeders van St. Jacob, leden
zijnde der Hervormde gemeente om hunne deelne
ming aan de confrérie, werden gecensureerd. Den
kelijk zal die maatregel weinig afdoende geweest
zijn; en waarschijnlijk ook zal der kerkdijken ijver
tegen de confrérie merkelijk zijn bekoeld, toen deze
niet meer gevaarlijk kon geacht worden voor het
Hervormde geloofen met afwijking van haar
oorspronkelijk doelvermoedelijk slechts nog als
eene vergadering tot gezellig verkeer werd in aan
zijn gehouden. Naderhand hoopte men nog wel op
hare ontbindingmaar toen om geheel andere re
denen zoo als vervolgens blijken zal.
Ofschoon de bemoeijingen der regering van St.
Maartensdijk in 1623, tot ontbinding der broeder-