247 geregtsbode de pachters der St. Jacobs-landenhoofd voor hoofdinterdicerenin het toekomende aan iemand anders eenige pachten meer te betalen dan aan haren thesaurieradkiaan CATSHouck. Ditmaal scheen de magistraat het ernstig te meenen en de zaak te willen doorzetten. De gildebroedcrs van St. Jacob evenwel waren thans minder dan ooit gezind om van hun regt afstand te doen. Een vijf tal hunnerde dijkgraaf coenelis liens m ai. ja aki VAN OOST, JOHAN CEAAN DE JONGE, MAETINDS TIS- TELETH en PIETEE COUWENHOVEN1 stelden zich in tegenweer, en bekwamen twee mandementen van den hove provinciaal van Holland, een in cas dap pel jegens den thesaurier CATSHOUCK -en een in cas van begane attentaten. De magistraathierdoor welligt eenigzins verschrikt, vond het nu niet on geraden dit alles bij requestevergezeld van kopiën 1. Dijkgraaf cornelis liens (niet te venvarren met den drossaard van dien naam, die destijds reeds was overleden) was burgemeester Ao. 1654. Maljaart van oost was Ao. 1650 procureur, organist en klokspeler. Joiian ckaan de jonge in 1655 penningmeester en St. Maartensmeester. 2. Denkelijk was de zaak alvorens bij de schepenenbank van St. Maartensdijk behandelden waren de broeders vau St. Jacob in het ongelijk gestelddie nu van het gewezen vonnisaan den hove provinciaal van Holland zullen heb ben geappelleerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 265