251
hopen en doenhet was alles vruchteloos de on-
eenigheid tusschen de broeders van St. Jacob werd
wederom vereffenden hunne confrérie bleef nog
wel 70 jaren na dezen in stand.
Veel bijzonders evenwel valt er voorts van het
gilde niet te melden. Alleen sta hier nog ten slotte
eene en andere aanteekeninguit het laatste nog aan
wezig zijnde register van ontvangsten en uitgaven
van meergemelde confrérie. In 1699 besloten de
gildebroeders dat de rendanthun medebroeder
in bewaring nemen zou den zilveren cop met zijn
deksel, gemerkt met de namen van verscheidene
gildebroeders in den jare 1595 mitsgaders een
zilveren schale als nog een zilveren lepelitem
twee schelpen."1 In den winter 1701 overleed
de confrèrent, de prteses couwenhoven een man,
die steeds vol ijver was geweest voor de instand
houding der confrérie. Den 28 mei 1702 werd
1. Deze schelpen worden in het register der ontv. en uit
gaven van het St. Jacobs gilde ook genoemdeen grooten
en kleinen hoorn; deze voorwerpen zijn niet meer voorhan
den denkelijk waren het twee zoogenaamde St. Jacobs schel
pen die de pelgrims waarschijnlijk als relequien uit Com-
postel hadden medegebragt. H. van rijn op van heussen
Oudh. en Gest. van Delflandaanteelcen. 2 bl. 420zegtdat
St. Jacobdie in Spanje gevierd wordtaltijd met schelpen en
hoorntjes wordt afgebeeld.