16 mer 29 Febr. 1752 fo. 86) in de Staten Not. van dat jaar te vinden. Welke is daarvan de reden Geene andere dan de gemelde Oudstrijen is bedijkt tus- sclien Poortvliet en 't Oudelcmd of Schalcerloo. Deze polder had dus in 't begin alleen een zeedijk ten noorden (thans de afgekeurde Galgendijk bij de verlenging) en ten zuid-westen den dijk tusschen Oud- en Nieuwstrijen te onderhouden. Deze beide zeedijken werden drooge dijken, zoo door de bedijking van den XV Gemetenpolder, als la ter door Nieuw of Strijenham en Oudstrijen; daar door bevrijd van dijkonderhoudbij gevolg vroon of dijkvrijwelk voorregt dezelve zijn blijven genie ten niettegenstaande zij door amotie van den dijk ten noorden met den XV Gemetenpolder zijn vereenigd geworden. Eveneens is de nieuwe Zuidmoer onder Stavenisse door de bedijking van den nieuwen polder vroon geworden zie gem. Advis bi. 90)en lager zal men nog nader op dit stuk neerkomen. Daar nu 't Poortvlietsche werf (hetwelk naar mijn inzien en onderstelling apart en op zichzelven, naar toenmalig gebruik bedijkt werd1, van welke be- 1. Lager zal men zien, dat 't werf groot zijn moet 42 yem. 107 roeden. Deze kleine uitgestrektheid kan de onder stelling van eene afzonderlijke bedijking niet omverwerpen, gemerkt men veel kleiner bedijkingen vindals in 't Thool-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 28