275 exemplaren van den brant tot Londenbij dewelcka ick verstaedat het deselve gelieft heeft om re denen van den voorschreven brant ende andere hare voorgaende resolutien van den 21sten deser te veranderen ende ons te ordonneren tot nader ordre noch zee te blyvenwaerinne wy U Ho. Mo. Heeren sullen obedierenmaer vinden ons echter verplicht deselve te waerschouwendat ingevalle U Ho. Mo. intentie is, 's Lants vloote, noch dus gecomposeert, de geprasfigeerde 3 weecken in Zee te houden, de- selvs vloote groote ongelegentheyt heeft te verwach ten jae die wel tot derzelver ruine soude connen strecken want comen wy in 't Canaelwie weet wanneer wy daer weer uyt geraeckenvindende al- daer niet één bequame haven aen de Fransche cus- ten om onse schepen te connen bergen behalven dat wy in eene generale necessiteyt van vivres sou den connen vervallengelyk het met water bier en branthout aireede een begin neemt, ende U Ho. Mo. uyt de lyste, neffens mynen voorgaenden van den 26sten deser overgesondensullen gelieven afftene- men. Ende het sal derhalven ten hooghsten diens- tich syn, dat wy van de voorschreve 3 leste spe ciën op 't spoedichste mogen werden geprovideert, ende dat U Ho. Mo. derselver hooge wyse gedach ten ontrent de overgeschreve constitutie van 's Lants

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 293