290
3.
Onthaal van Maria van Nassau en Philips
van Holienloo te Selierpenisse.
Na den dood van prins willem i. had zijne doch
ter, MARIA VAN NASSAU, het beheer over de nagela-
tene goederen van moederszijde. Uit dien hoofde
was zij dan ook, voor haren broeder, philips wil
lem, grave van Buren, administration vari de heer
lijkheden St. Maartensdijk en Scherpenisse in het
eiland Tholen, hem aangekomen bij overlijden zij
ner moeder, anna van egmond. Getrouw werden
'g broeders belangen door de zuster behartigden
menige verordening, van haar uitgegaankan getui
gen van hare zorg voor de wereldlijke en geestelijke
aangelegenheden zijner onderdanen in genoemde
heerlijkheden. Meermalen vertoefde ook de vorstin
in hun midden, op het eind der 16^ eeuw, met
haar gevolg haar verblijf houdende op het heerlijk
slot van St. Maartensdijkalwaar ze nu en dan
als de krijgsaangelegenheden het toelieten, bezocht
werd door prins maurits, haar' broeder en grave
philips van hohenloo met wien zij m het hu
welijk stond te treden. Het laat zich begrijpen, dat
zulk een verblijf der vorstin in gemelde dorpen
ongewone levendigheid en vreugde zal hebben ver
oorzaakt; en hoezeer de in- en opgezetenen de ge-