312
vraagt mr. d. W. of ook bij miraeus zou moeten
gelezen worden Zuydbevelcmdia voor Zuydlandia en
dat in dit geval aan het bekende Paradisus marijs
bij Reimerswaal gedacht zou moeten worden waar
over een stukje van gerard in de Z. O. van er-
merins.
Doch DRESSKLHürs maakt de opmerking, dat bij
zoodanige vragen de bedoelde charters behoorden
te worden aangeduid met aanwijzing van de plaats
waar men ze kan vinden waarmede wij geheel in
stemmen.
8.
Ten aanzien van de bekende (wijlen Ds. van har
derwijk noemt ten onregte in zijn, straks aan te
halen onderzoekhet verhaal weinig of niet be-
kend") regtspleging van karel den Stouteheb ik
van de driebij vraag 5 genoemde geleerden ant
woorden ontvangen, die nog meer geven dan het
geen gevraagd was. Dit was dan ook eenigzins on
bepaald. De laatste vraagdie ik nu als de onbe
paalde eerst noemdoet onderzoek naar nieuwe
getuigenissen voor of tegen het bewuste verhaal.
Het hangt er van af, welke getuigenissen de vra
ger oud, dat zegt in dezen zin: bekend, onderstelt.
Deze is in de eerste plaats wat J. van harder-