317 twijfelachtig was; te meer, omdat die bepaling er daar ter plaatse niets toe doeten hij ook bij de voorafgaande en volgende zelfstrijd-geschiedenis on bepaald spreekt. Met eenige wijziging van mijne vraag, blijf ik het alzoo nog altijd voor een niet ge sloten onderzoek houden, of het geval in Zeeland te huis behoorten wie in dit geval de persoon des misdadigers geweest zij? De tot hiertoe bekende getuigenissen brengen zulks niet tot zekerheid en dit punt is het eenige, wat de regtspleging van karei, den Stoute tot een onderwerp voor deze Nehalennia maakt. Als het eene Luiksche vrouw in 's Gravenhage geweest ishoe komt men dan in sommige lezingen aan Zeeland 9. Mijne vraag naar het historisch karakter van de afbeeldingen der graven in de tweede (1634) en boxhornsCiie uitgaven van reigersbergii is niet beantwoord. De heer df. wind achtte haar, „zeer belangrijk, maar een ruim veld ter beschouwing openende." In dit geval blijf ik haar aan de aan dacht van oudheidkundigen bevelen. 10. De heer cai.lenfels heeft mij toegezonden een

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 335