23 Dit eerste en oudste begin van Poortvliet, van hetwelk tot dusver gesproken isvond zich bij ver volg van tijd ten zuiden merkelijk vergrootwelke vergrooting veroorzaakt werd door twee opwassen aldaar, en wel 13. 't Groote zand, met 14. Wille, Welle (de zigtbare oord) en 15. Hein spaanhoekten oosten, en de opwas ten westen, in en op welke Schoondorpe gelegen isen apparentelijk uit de aan winst der vier hoeken: 16. Huig Focken17 Arend Huigen, 18. Claps, 19. Jacob RavenshoeTc bestaan heeftwant men vindt meer dan eens opwassen onder de benamingen van zanden vermeld ande ren onder de bepalingen om daarmede ten scoenste scoonste (ten meesten voordeele) te doen. Hiervan daan de benamingen van StuivezandeStormezande, HeinkenszandeScoonderlooScoondijlce. Dat bo vendien 't Grootezand en Scoondijlce opwassen ge weest zijnschijnt te blijken uit de benamingen van eenige der hoeken, welke ten noorden van beide gevonden wordenen dus tusschen de reeds gemelde 12 eerst bedijkte hoeken, en dit Grootezand en Schoondorpe gelegen zijn, en welke hoeken een water of aanslikking te kennen gevenals20. Geer- bij buijen hoek, 21. Soeteravens, met 22. Liefoogen gelijk te voren reeds gezegd is 'tsnel zich ziedend verheffend water, hetwelk na de opkomst der ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 35