29 dijkster van dezen eersten opwas geweest zij. Eene tweede partij kwam op ten noorden van de Nieuwe éenamelijk 38 Vrouw Geijlenhoek. Daar de naam van Vrouw meermalen in het eiland Tho- len voorkomt, als: Vrouw Bely-polder, de Vrouwen- dijk in den XV Gemetenp olderliet Vrouweland {Staten Notul. 1616/b. 2130en Vrouw Janneland (aldaar 1687 fo. 77, 78 alsmede Vrouwbetleensdijk in den bovengemelden Reigershoelcen daar de enkele benaming van vrouwin dien tijd, eene adelijke dame aanduidtzoo schijnt het niet onwaarschijnlijkdat men in diergelijke benamingen aan de vrouwen der oude lieeren mag denkenen vrouw Geijle voor zoo danig eene houden, aan wie deze opwas ten haren scoonste gegeven werd, en welke vrouw ze vervol gens in dien staat stelde om er voordeel van te trek ken; want zeker is het, dat deze Vrouw G-eijlenhoek rondom in het water moet gelegen hebben. De Nieuwe ée vloeide ten zuidenten oosten vond men de Booneputten en het Groote Water; ten noorden de Baarsdijlc, de plaats daar de Baarsein-schuiten af voeren en ten westen de 39 Caaien- of Oeverhoek langs het water, hetgeen Poortvliet van Malland af scheidde gelegen en in welken bedijkten oever zelfs blijken van eene doorbraak gevonden worden ge lijk lager zal blijken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 41