31 lutie-Slaat van Zeeland13 December 1736, en uit- geeff vangen van Vossenin de domein-rekening van Tliolen voorkomende Stachouse III 474.) Als een vijfde en laatste opwas kan denkelijk aangezien wordende hoek 43 Calvsteert of stairt gelijk de oude brieven het spellendoor hetwelk gelijk veel gezegd is de opdrooging van het oude vaarwater, benoorden het Oudeland van Poortvliet, de Sassegrave, veroorzaakt werd. Want cals betee- kent geenzins halversmaar cals calvetummet welk woord moerassen aangeduid werdenen daar sliert stait, van stave, een spreeuw, schijnt afkomstig te zijnzoo beteekent calvstairt't moeras der spreeu wen (Vergel. noot 1, bladz. 28.) Deze gemelde 5 opwassen zijn waarschijnlijk de eerste beginselen geweest van dit derde gedeelte der heerlijkheid Poortvliet't welk de Welhoeken genoemd wordtwelke vervolgens tot elkander en aan het oude land van Poortvliet geslikt en vast geraakt zijn. Dat dit laatste, namelijk de toe- en Gfcmslikking inderdaad heeft plaats gehaden het zelve niet zonder grond gezegd wordt, blijkt uit de kenmerkenwelke daarvan bestaan namelijk de wijze op welke de tusschen-waters en moerassen in hoeken veranderd zijn als De Sassegrave isdoor 't spaart of de opgespron-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 43