33 Om die reden vindt men in de oude ambachten van Zeeland veeltijds van molenwaters of molenvlieten gewag gewag gemaaktals in Zandijh, Capelle en Sinoutskerke. Deze Nieuwe e'e maakt thans de 44ste hoek uit. c. De Booneputten. Putten beteekenen in de Saxi- sche taal Poelenen de benaming Boon 1 in onze Zeeuwsche landstrekenmeer dan eens voorkomen de, niet Boonen, maar even als het woord meet, iets dat bekwaam, nuttiggoed, Ion is, dus Boone putten de poelen ter indijking of grazing bekwaam ge worden. Daar nu geene poelen zonder water kun nen ondersteld worden, zoo is alhier alle grond van zekerheid, dat de Booneputten te voren eene waterscheiding geweest zijntusschen een deel der vijf gemelde opwassen, en wel ter plaatse, daar de zoogenaamde wegen naar en de Booneputten nog gevonden worden, welke op ons kaartje zijn aan gewezen. Deze Booneputten maken thans uit de navolgende hoeken: 45 voor Marinus Blok, 46 Balschijve 47 Lem Gillis 48 Bette Jedden en 49 Le- genhoek of den hoek tegen het water 'tRooseveld, meermalen vermeld. 1. Smaakt de afleiding Boone van Bon niet, dan kan het geschieden van Bona of Bonnaeene scheiding te kennen ge vende juist hetgeen alhier begeerd wordt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 45