47 land en Broekspolders uitmakende. Dat de St. Joost- land-of gemeenzamer bekende Rooland-polder don naam van Roobolle-Polder draagt, vindt men bewezen in de 4de Steenrolle B. O. Schelde, Ao. 1692, fo. 53 vso., alwaar de Roolandpolder onder de benaming van lloobolleonder het opschrift van Tholen, Schakerloo en Vosmaerals een nieuw be dijkte polder verantwoord wordt. lloobolle of Bolverkort van Bolingkan eene an ker- maar voornamelijk eene laveer-reede te kennen gevenmaar .bij nader inzien vergenoegt men zich liever met eene eenvoudiger beteekenisnamelijk van moerassig gelijk kiliaan het woord Bol uitlegten door de benaming der waarschuwing-teekensom niet op de onderwater liggende gronden of moe rassen te vervallen de Bol of Bolle bakens beves tigd wordtzoo dat met Roobolle dat gedeelte van 'tRooseveld aangeduid werd, hetwelk begon op te slikken en moerassig te worden. Welke omstan digheid hooger op ten noorden met den naam van de Broeken1 en Rooseboomhet goede en bekwame van de sclieepsreedeen lager ten zuiden door Waard- nessen aangeduid werd. 1. Broeken en Waarduessen zijn beide woorden welke lage waterachtige landen aanduiden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 59