51
vliet ten westen geene buitenoevers kunnen heb
ben1, gelijk men het geval aan de oostzijde vindt,
alwaar Poortvliet over de dijken niet heen springt';
want de nieuwe landen aldaar, tegen den teen van
de dijken aangewassen zijnde, waren onder de gift
van de landen aan de Thoolsche heeren vergund, be
grepen. Wel is waar dat van dit dus genoemde
scheiwaterde Zoute éenergens melding of bena
ming voorkomt, maar even als men in de polders
van Oud- en Nieuwstrijen den naam van de strem,
strijen bewaard vindt, zoo schijnt het niet onwaar
schijnlijk dat de Zoutepolder insgelijks den naam van
het daar geloopen hebbende water behouden heeft,
en dit te meer daar dezelve anders Heer Hughen-
polder genoemd wordt(zie mieris II 424vergel.
III 608,) en zeker is het dat de Zoutepolder eene
1. Op de kaart van hattmga worden de limieten van Poort
vliet ten oosten, kwalijk ten westen van de scheidijken tus-
sclien Poortvliet en de BroelcRooland, XV Gemeten en
Oua-otrijen geplaatst, want uit 's lands kaart van Poort
vliet is het blijkbaaren de natuur van de zaak brengt het
ook mededat gemelde dijken aan en onder de jurisdictie
van Poortvliet behooren, dus dat hattinga do limietstippen
ten oosten der gemelde dijken had moeten plaatsen. Der
gelijke fouten heeft hattinga in de plaatsen der limieten
tusschen de ambachten meer begaan, als in DreischorNn0rd-
unnemaireweitealle aan de verkeerde zijde
scheidijken geplaatst zijngelijk uit de koopconditien
heerlijkheden anno 1705 blijkt.
aan de verkeerde zijde der