54 gende al de gelanden van Poortvliet geordonneerd op te brengen en te betalenalle zoodanige geschoten die zijn of verder zullen worden geschoten tot ver hooging en verzwaring van de dijkagie van Poortvliet (Staten Notwl. 1645, fo. 73 en 198) welke woorden verhooging en verzwaring middagklaar te kennen ge ven dat toen ecne ophooging van den ouden dijk ten westen, waar de nood dwong, en waartoe het uitgelade land gediend heeftmaar geenzins het leggen van eenen nieuwen heeft plaats gehad daar bij indien deze dijk op nieuw gelegd was geweest, zon dezelve in eene regte lijn en niet met eene aanmerkelijkebogt getrokken geweest zijn, waardoor ten minste 300 roeden dijk gespaard en een groot deel van Scherpenisse tevens besloten zou gewor den zijn. Even als elders, om met een woord de zaak, die te veel over het hoofd gezien wordtnader op te helderen zoo vindt men in het land van Tholen meer voorbeelden van dergelijke oude verwaaidege- effende of afgeharde dijken1te voren heeft men reeds den geëffenden dijk tusschen Poortvliet en Guwee- 1. De kundige landmeter van weel heeft mij verzekerd, dat de Bommelsche dijk, in Over-Flakkéezijns heugens, bijkans drie voet hoogte was afgewaaid, en de ijverige land man j. g. zaier op Dirlcslandgaf tot bevestiging hiervan te kennendat bij harde winterswanneer het ijs eenigen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 66