56 de inundatiemits het ongeluk van den Dos dane dat is den zoogenaamden steenen-beerin de stads vest te Tholen Staten Not. 1598, vergel. 1607 fo. 85); en hoe kort te voren deze oude dijken, welke, ten minste een gedeelte van die wederom moes ten verzwaard en verhoogd wordengeslecht en geeffend warenvindt men bij ermerins Oudh. van Poortvliet, bl. 85. In latere tijden had eene dergelijke verhooging hieromstreeks mede plaats van den VrouwendijJcden XV Gemeten-polder zuid en noordwaards op doorsnijdendeten minste in dien zin vat ik de woorden op van de Resolutie van de heeren Staten van Zeel., 27 maart 1674, fo. 82want de naam van Vrouw (zie boven) doet aan een ouden dijk denkenen de gissing van ermerins, Oudh. bl. 100, hecht bij mij niet. Maar laat mij terugkeeren van waar ik verwij derd ben. Behalve door de Zoute ée werd Poort vliet ten westen verder op bespoeld door den Pluim- pot, om een polder op zichzelven. Het zou moeite te vergeefs zijn om aan te toonen dat aldaar een vaarwater geweest is van hetzelve is te voren reeds in het breede gesproken, en de waarheid van deze onderstelling is zoo zeker, dat niemand dezelve zal tegensprekendus zal er alleen onderzocht worden wat de naam van Pluimpot te kennen geeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 68