65 ste' hoeveelheid van gemeten dan werden gemeten Steenschietens genoemden insgelijks op het register bij den rentmeester-generaal aangeteekendgelijk de oude en latere steenrollen hetzelve aanwijzen. Zoodat dusdoende de bede of het geschotwel ke de gemeten die niet ten Steen schoten evenwel moesten opbrengen een emolument of jaarlijksche revenue der ambachtsheeren was. Dit gebruik bij indijking van landen of ambach ten heeft in de vroegste tijden en onder de Grafe lijke regering altoos plaats gehad, maar de Heeren Staten van Zeelandwelketot merkelijke prejudicie der ambachtsheeren die toevallig van de Staatsver gadering verwijderd waren, de lasten en impositien op de landenniet bij form van bedemaar op eene andere wijs vorderden hebben hierin veran dering gemaakt, en vervolgens bij de vergunning van octrooijen ter bedijking, in plaats van een al- toosdurenden vrijdom van de gansche hoeveelheid der ingedijkte gemeten, voor een bepaald en naar de kosten en het gevaar geproportioneerd getal van jaren toegewezen gelijk de continuele praktijk sedert ruim 200 jaren dit volkomen bewijst. Hoezeer ech ter daardoor het onderscheid tusschen de grootte van een ambachtbij de breedte en steenschietensbij kans in vergetelheid geraakt is, zoo is nogtans een

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 77