naauwkeurig onderzoek naar dit onderscheid allerge
schiktst om een regt inzien in en bevatting te krijgen
van de omstandigheden, welke plaats hadden ten
tijde dat de ambachten op de zee veroverd of ge
woekerd zijn want
Indien een ambacht geen of bijkans een niet
noemenswaardig onderscheid heeft tusschen de geme
ten bij breedte en steenschietenszoo volgt daaruit,
dat de Graaf zelf ten zijnen koste het ambacht
ingedijkt en na de voltrekking verkocht heeft, ge
lijk ten opzigte van vele ambachten in Schouwen
schijnt plaats gehad te hebbenof weldat de
gesteldheid van de schorren zoo gunstig was, dat
de indijking zonder gevaar en met zeer geringe kos
ten kon geschiedenals blijkt uit de voorbeelden
van het ambacht Hondegem, gelijk mede uit Wel-
Imkwerve in Walcheren welke beide ambachten in
de binnenwateren aldaar opgewassenen als het
ware door de natuur zelve bedijkt zijnde, geen on
derscheid tusschen breedte en steenschietens hadden.
De redenwaarom in deze beide gevallen het onder
scheid ophield, is tastbaar, want de kooper van
zoodanig ambacht droeg geenc kosten van indijking,
en had dus geen aanspraak op een emolument, het
geen aan hem voor intrest van een daartoe uitge-
choten kapitaal verstrekte. En wat het gevaarlijke