Aan
Den Wel-Eerw. zeer geleerden lieer
j. ab utrecht DRESSELHUISridder
der orde van den Neder], Leeuwenz.
DOOG GESCHATTE MEDEBROEDER EN VRIEND!
Tot eene eer reken ik het mijuwen bij mij en bij
iederen beminnaar van de Zeeuwsche oudheden zoo hoog
aangeschreven naam te stellen aan het hoofd van het
tweede Deel mijner Nehalennia. Mijner kan ik naau-
welijks zeggen, want hetgeen ik er aan deed, beduidt
nog minderdan aan het eerstedat ik het eerst onder
het oog van ons Zeeuwsch Genootschap bragt. Even als
dit was het door medewerking van u, van onzen we-
tenschappelijken vriend de wind en van andereneen
boékske geworden dat zeker niet minder geprezen werd,
dan gij en zij het liadt doen verdienen, maar vooral
ook niet meer verkocht, dan men zich van der Zeeu
wen belangstelling zou hebben durven voorspellen. Dat
iku deze verzameling aanbiedendeu mijne hulde zal
brengen voor hei onschatbaar velewaardoor uwe pen