71 ging. In Zeeland zijn alle landen schotbaar1zoo dat dezelve naar gelang van derzelver uitgestrektheid in de jaarlijksche onkosten der dijken moeten beta len. Men zegt dat alle landen schotbaar zijn, ge lijk zij zulks ook zijnten ware zij van die verpligting bij contract of geüseerd costuum vrijgesteld gewor den zijn; dergelijke vrijgestelde landen noemt men: Vroonen. In Zeeland vindt men Vroonheerendie op hun eigen ambacht wonen, dus ambacht en erve tegelijk bezitten (zie Keuren van Zeeland, anno 1469 cap. II. 142,) gelijk de heer van Duinbeek in Wal cheren is dan daar deze vroonheeren ten respecte van de ambachtsheerenhet niet waren van de dijks- onkostenzoo komen gemelde vroonheeren alhier in geen aanmerking. Men noemt insgelijks vroongansche polders, wier dijken door latere voorbedijkingenvan alle lasten der zee bevrijd zijn geworden, in welk geval de polder van Oud-Strijen en Nieuw-Zuidmoerge lijk reeds gezegd is, zich bevinden; maar dergelijke partijen zijn geen eigenlijk gezegde vroonenwant hoezeer die polders geen last aan hunne dijken heb- 1. Daar zijn landen die maar half djkgeschot betalen; maar dit verandert de zaak niet, want dit half dijkgeschot toont aan dat ze schotbaar gerekend wordenmaar wegens hunne geringheid gratie verkregen hebben.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 83