72
ben, zoo zullen dezelve echter altijd iets aan hunne
Sueer-Sluizen enz. moeten bekostigen, waarin al de
landenbinnen de ringdijken dier polders begrepen
voor zoover dezelve geen eigenlijk gezegde vroonen
zijnhet hunne moeten betalen. Maar eigenlijke vroo
nen noemt men die landen, welke bij uitstek onder
de andere perceelen in dezelve dijkagie begrepen
ten eeuwigen dage vrij zijn van schotenleden (te
verstaan van het ambacht en niet van de gemeene
landsche) dijkgeldensluizen en andere (ambachts en
polders) onkosten, die in Zeeland loop hebben (zie
Uitgift St. Annaland, anno 1475, 3 en 7.) Echter
zijn alle vroonen in Zeeland niet van eene en de
zelfde natuur en herkomst, want men vindt in onze
dijkagien
Kerk- Vroonen Ambachtsheeren- Vroonen en zooge
naamde Volle Vroonen; de twee eerste soorten heb
ben hunnen oorsprong uit een contract genomen
maar de laatste zijn hun aanwezen aan het geval
verschuldigd. Bij elk zullen wij afzonderlijk stilstaan.
a. Kerkvroonen zijn de vrije gemetenwelke ten
behoeve van de kerken of pro ministerio divino be
dongen zijnen niet alleen van dijklastenmaar ook
van Staatslasten en Tiende-prestatie bevrijd zijn. In
de alleroudste dijkagien van Zeeland vindt men zel
den dergelijke vroonenuit hoofde dat de zorg voor